HOE MAAK IK MIJN FIETS TUBELESS?

Gebruik je tubeless banden, dan ervaar je een lagere rolweerstand, meer comfort, verbeterde grip én een betere bescherming tegen lekrijden. Hieronder zetten we de voordelen van een tubeless systeem voor je op een rijtje.

Lagere rolweerstand
Bij een reguliere fietsband met binnenband is er een continue frictie tussen band en binnenband. Dit zorgt voor een relatief hoge rolweerstand. Ga je voor tubeless banden, ervaar je een lagere rolweerstand, omdat de frictie tussen band en binnenband verdwijnt. De rolweerstand van tubeless banden is in veel gevallen zelfs lager dan die van professionele wedstrijdbanden en vouwbanden.

De lagere weerstand komt niet alleen door het feit dat er bij tubeless banden geen interne frictie ontstaat. Deze banden hebben namelijk ook een lagere spanning, waardoor ze hobbels beter absorberen. Dat zorgt ervoor dat de wielen op hobbelige ondergronden minder vertragen. De voorwaartse beweging blijft langer doorgaan. Dit geldt met name op offroad ondergronden.

Meer grip en controle
Een band zonder binnenband is heel tolerant als het gaat om lage bandenspanningen. Je kan dus een lagere bandenspanning gebruiken zonder dat je hier nadelen van ondervindt. Sterker nog, je ervaart er juist voordelen van. Grip en controle zijn misschien wel de grootste voordelen. Gebruik je een lagere bandenspanning, dan is er meer rubber in contact met de grond dan bij een hoge bandenspanning. Hierdoor is je grip veel beter.

Een betere grip leidt tot meer controle. Zeker wanneer je fietst op uitdagende trails of slechte wegen merk je het verschil. Je stuurt je fiets veel scherper in complexe hoeken. Tegelijkertijd geeft de betere grip je een later remmoment, zodat je de manoeuvres met meer zelfvertrouwen kan uitvoeren. Als je al een tijdje fietst, weet je dat controle essentieel is voor een geslaagde rit.

Verhoogd comfort
Bij normale banden heb je een vrij hoge bandenspanning nodig. Dit zorgt ervoor dat de trillingen die de banden ervaren rechtstreeks bij het stuur terechtkomen. Omdat je het stuur constant vasthoudt, vang jij een groot deel van de trillingen op. Tubeless banden laten een aanzienlijk lagere bandenspanning toe, waardoor er minder trillingen ontstaan. Dit leidt tot meer veercomfort.

Het voordeel van meer comfort ervaar je niet alleen op mountainbikes, waar hobbels als boomwortels en stenen beter worden opgevangen. Ook op racefietsen zijn de voordelen merkbaar bij een slechter wegdek of bijvoorbeeld putdeksels.

Bescherming tegen lekrijden
Met een tubeless systeem verdwijnen verschillende risico's omtrent het lekrijden van een band. Er is geen binnenband meer die kan barsten of scheuren, bijvoorbeeld doordat hij vast komt te zitten tussen de velg en de buitenband (snake bite). Daarnaast kun je lekken in de buitenband bij een tubeless systeem in de meeste gevallen heel snel oplossen. Dit komt doordat tubeless banden zich uitstekend laten combineren met afdichtmiddel.

Mocht je tóch te maken krijgen met een lekke band en het afdichtmiddel kan geen soelaas bieden, dan kun je altijd nog een binnenband monteren. Dit is een handige tijdelijke optie in het geval van nood. Zo kom je ook met een lekke tubeless band nog thuis. Dat geeft vertrouwen.

1. Band verwijderen
De allereerste stap is het demonteren van de band van de velg. Hiervoor maak je gebruik van kunststof bandenlichters. Ga altijd na of je bandenlichters van goede kwaliteit zijn. Zo voorkom je beschadigingen en maak je het jezelf niet onnodig lastig. Probeer voorzichtig te zijn bij het loshalen van de bandenlichters en vermijd draaiende bewegingen. Zo blijft de velg mooi.

2. Velg ontvetten
Na het verwijderen van de band heb je toegang tot de velg. Omdat je straks aan de slag gaat met het luchtdicht maken van de velg, is het belangrijk om de ondergrond te prepareren. Dit doe je door de velg te ontvetten. Hiervoor gebruik je een pluisvrije doek en een ontvettend middel. De meeste ontvettende middelen volstaan, maar kies voor een middel dat geen vettig laagje of residu achterlaat. Dit laatste is vooral belangrijk wanneer je kiest voor tubeless tape in plaats van velglint. Zorg dat de velg volledig droog is voordat je aan de volgende stap begint.

3. Velglint of tape monteren
Maak je gebruik van velglint, zorg dan dat je de juiste maat gebruikt. Het velglint moet zo goed mogelijk aansluiten op de breedte van je fietsvelg. Je kan het velglint met je handen plaatsen. Na de plaatsing is het zaak om even te controleren of het nauw aansluit op de velg. Met name de randen sluiten vaak niet direct perfect aan. Je kan een bandenlichter gebruiken om de randen aan te drukken. Let op: wanneer je velglint gebruikt, is het verstandig om eerst het ventiel te plaatsen om zo een optimale uitlijning te garanderen.

Gebruik je tubeless tape, dan werkt het net anders. Je plakt dan de tape op de velg. Het is belangrijk dat de tape strak zit en daarmee nauw en luchtdicht aansluit. Breng de tape echter ook niet té strak aan. Bij het aanbrengen van het laatste stukje houd je een overlap van ongeveer 10 tot maximaal 15 centimeter aan. Zorg dat er geen overlapping optreedt op de plek waar het ventiel moet komen. In orde? Knip het lint af met een schaar en druk het nog eens goed aan.

4. Ventiel plaatsen
Nu kun je het ventiel plaatsen. Zoals in de vorige stap beschreven, kan je dit bij het gebruiken van velglint al eerder doen. Gebruik je velgtape, dan doe je dat het beste nu. Draai de nippel zo'n 3 millimeter dicht. Zoek het ventielgat op en prik het ventiel door de tape heen. Probeer dit in één beweging te doen. Zo veroorzaak je zo min mogelijk beschadigingen. Je draait nu het ringetje vast en het ventiel is daarmee gemonteerd. De velg is nu tubeless ready.

5. Band plaatsen
Je kan nu overgaan tot het plaatsen van de band op de velg. Houd hierbij rekening met de rijrichting en houd het ventiel aan de onderzijde. Duw de band op de velg. Het laatste stukje kan lastiger zijn. Gebruik hiervoor eventueel een bandenlichter. Wees extra voorzichtig wanneer je een bandenlichter gebruikt, want je veroorzaakt er snel beschadigingen mee aan je net geplaatste lint of tape. Controleer of het ventiel goed in de band zit.

6. Band oppompen voor hieldraden
De hieldraden moeten zich zetten. Dit krijg je voor elkaar door de band op te pompen. Doe dit niet zomaar op gevoel. Controleer wat de aanbevolen bandenspanning is en houd deze precies aan. Je kan een pomp gebruiken, maar ook bijvoorbeeld een compressor. Zeker wanneer je gebruikmaakt van tape, kan een compressor van pas komen. Het perfect fixeren van een band kan wat tijd in beslag nemen. Je weet dat het klaar is wanneer de hieldraden goed aansluiten en de band strak langs de velg loopt.

7. Leeg laten lopen en afdichtmiddel toevoegen
Je hebt de hieldraden nu gefixeerd. Het is tijd om de band leeg te laten lopen, zodat je afdichtmiddel toe kan voegen. Controleer of de hieldraden netjes op hun plek blijven zitten en verwijder de ventielkern met een ventielkernsleutel. Je kan nu een spuit in het ventiel schroeven waarmee je het afdichtmiddel aan de band toevoegt. Hoeveel afdichtmiddel je precies moet toevoegen, verschilt per band en middel. Ga dit dus goed na. Nu kun je de ventielkern weer terugplaatsen.

8. Oppompen en vloeistof verdelen
Je bent bijna klaar met je tubeless band vervangen. Pomp de band op en hanteer hierbij wederom de aanbevolen bandenspanning. Omdat het afdichtmiddel nog niet goed verspreid zit, moet je het wiel een paar keer goed ronddraaien. Draai niet te snel, omdat het afdichtmiddel dan plekjes kan overslaan. Het kan helpen om een beetje te schudden. Het is tijd om je werkplek op te ruimen, want je bent klaar!