Hoe vervang je je stuurpen?
Hoewel het vervangen van een stuurpen erg simpel is, is het belangrijk dat je nauwkeurig te werk gaat. Zo voorkom je dat je stuur niet goed vastzit. Volg je de onderstaande stappen nauw op, dan komt het zeker goed met je nieuwe stuurpen!
1. Klem aan het stuur losdraaien
Voordat je de nieuwe stuurpen kan monteren, moet je jouw oude stuurpen losmaken. Begin met de boutjes bij de klem die aan het stuur vastzit. Afhankelijk van het model stuurpen dat je hebt, zijn dit vaak 2 of 4 boutjes. Gebruik voor het losdraaien een inbussleutel. Welke maat je nodig hebt, verschilt per model. Meestal zijn de bouten aan het stuur 4 of 5 mm. Houd rekening met het feit dat het stuur nu nergens meer aan vastzit, behalve aan een aantal kabels. Als het sterke kabels zijn kan je je stuur hier rustig aan laten hangen. Vertrouw je het niet, dan kan je de kabels demonteren, maar dit kost wel veel tijd en is bijna nooit nodig.
* Bewaar de bouten goed voor het geval nieuwe bouten niet zijn inbegrepen bij jouw nieuwe stuurpen.
2. Centrale bout verwijderen
Het is nu zaak om de centrale bout inclusief top cap van de stuurpen te verwijderen. Deze vind je helemaal boven op het balhoofd aan de stuurbuis. Zie je de bout niet zitten, dan is deze waarschijnlijk afgedekt met een klein dopje. Dit dopje verwijder je vaak gewoon met je vingers. Lukt dit niet, dan kan je hem met een platkopschroevendraaier verwijderen. Probeer daarbij geen beschadigingen aan te brengen. Wil je zeker weten dat je geen beschadigingen maakt, gebruik dan bijvoorbeeld een plastic trim tool. De bout die onder het dopje zit verwijder je in de meeste gevallen met inbus 3 of 4. Het laatste stukje doe je met de hand. Het is belangrijk dat je de bout helemaal verwijdert en dus niet nog een stukje laat zitten.
3. Bouten zijkant en stuurpen verwijderen
Je hebt nu bijna alle boutjes losgedraaid. Als het goed is zijn er nog een paar over. Deze vind je aan de achterkant van de stuurpen - dus aan de zijde van het frame. Pak een inbussleutel van maat 4 of 5 en draai de boutjes los. Het is in de meeste gevallen niet nodig om de boutjes volledig te verwijderen. Wanneer je ze wat losser draait, komt de stuurpen vaak al direct in beweging. Je kan de stuurpen nu losmaken zodat deze loskomt van de nok. Verwijder ook eventuele spacers. Dat viel best mee hè! Nu is het tijd voor de montage van jouw nieuwe stuurpen. Daar gaat iets meer tijd en precisie in zitten.
4. Stuurpen en spacers plaatsen
Pak jouw nieuwe stuurpen uit en controleer of deze vrij van beschadigingen is. Ziet alles er goed uit, dan kan je nu beginnen met het plaatsen van de spacers. Hoeveel spacers je onderin moet plaatsen, hangt af van hoe hoog je het stuur wil hebben. Zat het stuur met jouw vorige stuurpen wat te laag, zorg dan dat je deze nu hoger zet. Hoeveel spacers je precies nodig hebt, blijft vaak een kwestie van proberen. Heb je de juiste hoeveelheid spacers geplaatst, dan kan je de stuurpen over de voorvorkbuis plaatsen. Je kan ervoor kiezen om ook een spacer aan de bovenzijde toe te voegen, zodat de bouten voldoende klemmen.
5. Centrale bout terugplaatsen
Je kan nu de top cap terugplaatsen. Hiervoor dien je de bijbehorende bout opnieuw in de stuurnok te draaien. Maak wederom gebruik van een inbussleutel. Geef niet al je kracht bij het vastdraaien van de bout, maar draai hem 'gewoon' vast. In een latere stap komt het échte vastdraaien aan bod. Als jouw top cap bout afgedekt wordt met een dopje, moet je daarom nog even wachten met het terugplaatsen van dit dopje.
6. Stuurklem aandraaien
Het is tijd om het stuur te monteren. Dit doe je door hem in de stuurpen te steken. Draai de boutjes losjes vast met de juiste inbussleutel. Je kunt het stuur nu mooi uitlijnen. Het is belangrijk dat je controleert of het stuur perfect in het midden zit. Is dat in orde, dan kan je gaan spelen met de hoek. Uitgangspunt is dat het onderste stuk van de stuurbocht parallel moet lopen met de grond. Deze moet dus als het ware recht naar achteren wijzen. Nu kan je de boutjes iets strakker vastdraaien met de hand, zodat je jouw ingestelde positie niet verliest. Draai de bouten niet té strak. Waarom? Daar hebben we de volgende stap voor.
7. Aandraaien met een momentsleutel
De boutjes van de klemmen van een stuurpen moeten aangedraaid zitten op het juiste aanhaalmoment. Heb je niet het juiste aantal newtonmeter te pakken, dan loop je het risico dat de boutjes na verloop van tijd lostrillen. Dit kan erg gevaarlijk zijn, nu het stuur op een onverwacht moment los kan schieten. Een en ander kan leiden tot vervelende valpartijen en blessures. Sla deze stap dan ook niet over en schaf een betrouwbare momentsleutel aan wanneer je deze nog niet hebt. Je kunt er natuurlijk ook eentje lenen. Op hoeveel newtonmeter je jouw boutjes vast moet zetten, staat in de meeste gevallen aangegeven op de stuurpen zelf. Vind je dit niet terug, sla de handleiding of de verpakking van de stuurpen er dan eens op na.
8. Top cap vastzetten
Eerder heb je de top cap gemonteerd, maar niet te strak vastgezet. Nu mag je de top cap daadwerkelijk vast gaan draaien. Maar let op, doe dit niet te strak. Draai eerst de bout vast tot het moment waarop hij net vastzit en dus geen speling meer vertoont. Zoek dan naar een balans tussen het kunnen draaien van het stuur en het vast genoeg zetten van de bout. Weet je niet precies hoe je jouw top cap vastzet, raadpleeg dan de handleiding.
9. Stuurpen vastzetten
Dit is de laatste stap. Het stuur zit vast en de top cap ook. Je moet nu nog de stuurpen zélf vastzetten met boutjes. Dit doe je wederom op het juiste aanhaalmoment als aangegeven op de stuurpen. Onderschat het belang van het aandraaien op het juiste moment niet. Gelukt? Je bent nu klaar en kan genieten van alle voordelen van een goede en nieuwe stuurpen!