Dit moet je weten over basketbal regels

Basketbal is een echte teamsport. Je speelt het spel met twee teams van 5 personen. Dat betekent dat er in totaal 10 basketbalspelers in het veld staan. Deze spelers hoeven het niet alleen te doen, want per team mag je ook 7 wisselspelers op de bank zetten. Het mooie bij basketbal is dat je onbeperkt mag wisselen. Je start de wedstrijd met de starting five, ofwel de 5 basisspelers en is er reden om te wisselen? Dan mag dat. Wel geldt dat je met een bepaald aantal gemaakte fouten, niet meer mee mag doen aan het spel. De coach mag jou dan ook niet gebruiken als wisselspeler.
Wist je dat je basketbal ook kunt spelen met 2 teams van 3 personen? De basis van deze basketbal vorm is hetzelfde als met teams van 5 spelers. De verschillen zitten onder meer in de grootte van het basketbalveld, de speelduur en de puntentelling. Alles over 3x3-basketbal lees je in 3x3 basketbal, wat is dat nou precies?

In de basketbalsport gelden veel verschillende regels. Deze hebben allemaal hetzelfde doel: zorgen voor een eerlijke en veilige sport. Regel 1 is dat je de bal alleen aan mag raken met je handen. Daarnaast ren je niet met de bal, maar dribbel je met de bal. We zetten de belangrijkste basketbalregels en overtredingen voor je op een rij. 

Uit - Een bal is uit, wanneer de speler in balbezit, de grond raakt buiten de lijnen.
Loopfout – Je maakt een loopfout als je loopt met de bal. Na een dribbel mag je maximaal 2 stappen zetten met de bal in je hand.
Voetcontact – Je raakt de bal met je voet, knie of been.
Terugspelen – Is jouw team in de aanval? Dan mag je niet vanuit de helft van de tegenstander terugspelen naar je eigen helft.
Dubbele dribbel – Heb je de bal opgepakt na een dribbel? Dan mag je niet opnieuw dribbelen.
Goaltending – Is de bal richting de basket geworpen en beweegt deze omlaag richting de basket? Dan mag de tegenstander de bal niet blokkeren. De bal moet eerst de ring geraakt hebben.
Welke overtredingen kun je maken tijdens een basketbalwedstrijd? We onderscheiden een persoonlijke fout, een technische fout, een onsportieve fout en een diskwalificerende fout.
Persoonlijke fout – Je raakt je tegenstander ongeoorloofd aan tijdens de aanval of verdediging.
Technische fout – Je gedraagt je grof tegen een tegenstander of de scheidsrechter.
Onsportieve fout – Je houdt je tegenstander expres vast of duwt, zonder dat je daarmee kans hebt op balbezit.
Diskwalificerende fout – Je begaat een ernstige fout, zoals het uitdelen van een klap, en moet direct het veld verlaten.

Fouten maken is menselijk, maar maak je meer dan 5 fouten moet je het veld verlaten. Probeer je zoveel mogelijk aan de regels te houden.