18 leuke koningsspellen om te spelen op Koningsdag

Een van de meest bekende ouderwetse koningsspellen is koekhappen. Veel Nederlanders zijn er letterlijk groot mee geworden! Het was immers jarenlang zelfs traditie op Koninginnedag. Dat is het nu niet meer, maar dat betekent niet dat het spel niet meer gespeeld mag worden. Span een touw in de lucht en hang er met kleinere touwtjes een aantal plakken ontbijtkoek aan, die je met je handen op je rug op moet eten. Dat klinkt een stuk gemakkelijker dan het is! Het zorgt gegarandeerd voor plezier, en het is nog lekker ook.

Wat er in gaat, moet er ook weer uitkomen. Nog zo’n echt klassiek koningsspel is dan ook spijkerpoepen. Hiervoor maak je van touwen een soort riem die de deelnemers om hun middel kunnen dragen. Aan die riem hang je weer een ander touw, waaraan je een spijker bevestigt. Vervolgens moeten de deelnemers die spijker in een lege fles achter zich weten te hangen – vandaar de naam ‘spijkerpoepen’. En wederom geldt: dat is lastiger dan het lijkt! De overige deelnemers mogen dan ook aanwijzingen geven, die ongetwijfeld voor veel hilariteit zullen zorgen.

Minstens net zo hilarisch als spijkerpoepen is zaklopen. Hiervoor heb je alleen een grote jutezak nodig en een parcours dat je zelf uitzet. Het leukste is het spel wanneer je het tegen één of meerdere tegenstanders speelt. Zet een uitdagend parcours uit met pionnen, gevulde flessen of obstakels en kijk wie er het meest behendig de eindstreep behaalt! Nóg leuker wordt het wanneer je de strijd in teams met elkaar aangaat. Daarbij moet ieder kind het parcours in de jutezak afleggen en daarna zo snel mogelijk de zak weer uit klimmen om hem aan de volgende door te geven. Zenuwslopend en vooral heel erg leuk!

Ook zonder jutezak is het uitzetten van een parcours een leuk idee. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt er iets creatiefs mee verzinnen. Gebruik stoepkrijt, (oranje) gekleurde vlaggetjes, speelgoedauto’s, takken, stenen en wat je dan ook maar kunt vinden. Laat elk kind uit de buurt een deel van het parcours maken, zodat het eindresultaat voor iedereen een verrassing vormt. Alleen al de voorpret is een feest! En als het eenmaal zover is, dan is de spanning om te snijden. Wie komt er als eerste over de finish?

Als je dat parcours dan toch hebt uitgezet, kun je er net zo goed ook op andere manieren overheen lopen. Op blikken bijvoorbeeld! Traditiegetrouw doorboor je voor het bliklopen twee grote huis-tuin-en-keukenconservenblikken. Vervolgens haal je een touw door de gaatjes en maak je daar lussen in. Nu kun je op de blikken gaan staan en de touwen in je handen pakken om met de blikken onder je voeten te lopen.

Zo kun je nog altijd blikken maken om op te lopen, maar tegenwoordig kun je ze ook gewoon kopen in kunststof of houten varianten. Minstens net zo leuk! Gebruik ze om over je zelfgemaakte parcours te lopen of trek eenvoudig met stoepkrijt een begin- en eindstreep op de straat en maak er een wedstrijdje van. Wie het eerst met blik en al over de finish komt!

Wil je nog iets meer uitdaging, dan kun je je ook eens wagen aan stelten. Lange houten palen met steuntjes waar je je voeten op zet. Het werkt in principe hetzelfde als bliklopen, alleen is het op stelten wel heel wat lastiger om je evenwicht te bewaren. Daarnaast sta je op stelten een stuk hoger: leuk, maar ook spannend!

Nog een houten klassieker: sjoelen. Op elke koningsmarkt vind je wel een ouderwetse sjoelbak met vier vakjes met kleine gleuven. Een set schijven erbij en je kunt beginnen! Probeer om beurten zoveel mogelijk punten te verdienen door de schijven via de gleuven in de vakjes te schuiven. Het blijft een succes!

Net zoals knikkeren – misschien wel een van de oudste spelletjes die er bestaan. Je hebt er alleen maar een aantal glazen balletjes voor nodig, die je in je broekzak of een klein tasje mee kunt nemen. Zoek een klein veldje op en graaf een kuiltje in de grond. Gooi vervolgens om beurten een knikker richting het kuiltje en probeer deze er met zo min mogelijk pogingen in te krijgen. Afhankelijk van welke regels je precies opstelt, kan het spel allerlei vormen aannemen. En je kunt zowel voor spek en bonen als ‘voor het echie’ spelen; in dat laatste geval raak je je verloren knikkers dus ook daadwerkelijk kwijt.

Als je dan toch op een veldje of in de speeltuin te vinden bent, kun je ook even aan een spijkerbroek gaan hangen. Ja, dat lees je goed. Maak een oude spijkerbroek vast aan een klimrek of schommel zodat je je aan de broekspijpen kunt optrekken. Dat houd je zo lang mogelijk vol – zo simpel is het! Hilarisch om te zien en je krijgt er ook nog eens spierballen van.

Ook leuk met kleding: panty-bal. Voor dit spel stop je een tennisbal in een panty die je bij iemand op zijn of haar hoofd zet. Daarnaast zet je ergens een aantal flessen, bekertjes of kegels klaar. Degene met de panty op zijn of haar hoofd moet deze zo snel mogelijk allemaal omgooien terwijl hij of zij met zijn of haar hoofd de tennisbal in de panty heen en weer slingert. Lachen, gieren, brullen!

Ook leuk om om te gooien: blikken. Stapel een aantal blikken op elkaar tot een mooie toren en gooi die om met een kleine bal. Degene die de meeste blikken omgooit, wint. Simpel, maar effectief. En wil je het nog leuker maken, dan versier je de blikken van te voren. Zet er eventueel verschillende cijfers op om de puntentelling extra spannend te maken en het spel kan beginnen!

Ook altijd leuk op feestjes, partijen én Koningsdag: ezeltje prik. Hiervoor print je een afbeelding van een ezel uit en heb je verder een blinddoek en een aan een punaise vastgemaakt stuk touw nodig. Het stuk touw fungeert als staart, die de spelers geblinddoekt op de ezel moeten zien te prikken. Extra uitdaging nodig? Laat de kinderen dan eerst geblinddoekt een aantal rondjes draaien om ze te desoriënteren.

Over rondjes draaien gesproken: een ouderwetse stoelendans zorgt ook gegarandeerd voor plezier. Meer dan leuke muziek en nét iets minder stoelen dan deelnemers heb je niet nodig. Zet één stoel minder dan het aantal fanatiekelingen dat meedoet neer in een cirkel of rechthoek en draai de volumeknop open. Zo lang de muziek draait, mogen de deelnemers dansen. Stopt de muziek, dan moet iedereen zo snel mogelijk op een stoel gaan zitten. Omdat er één stoel te weinig is, blijft er iemand over. Diegene valt af. Haal vervolgens nog een stoel weg en zet de muziek weer aan. Zo gaat het spel door, totdat er nog maar één stoel over is. Degene die die stoel weet te bemachtigen zodra de muziek stopt, is de winnaar!

Nog niet klaar met dansen? Dan kun je ook nog een ballonnendans spelen. Hiervoor bind je bij ieder kind een stuk touw met daaraan een ballon aan de enkel. Zodra de muziek start kan het spel beginnen: ieder kind probeert de ballonnen van de andere kinderen kapot te trappen en tegelijkertijd zijn of haar eigen ballon te beschermen. Is je ballon kapot, dan ben je af. Degene die zijn of haar ballon het langst heel kan houden, wint!

Het ouderwetse spel stoepranden speel je niet met een ballon, maar met een bal. Het enige dat je er verder voor nodig hebt is, heel verrassend: een stoeprand. Twee spelers staan ieder aan een kant van een rustige weg en mikken de bal op elkaars stoeprand. Voor elke bal die terugkaatst krijgen ze punten. Hoeveel precies en bij hoeveel punten het spel voorbij is, dat kun je mooi zelf bepalen.

Een ander balspel dat gegarandeerd voor pret zorgt is flessenvoetbal. Hierbij krijgt ieder kind een met water gevulde fles zonder dop, die hij voor zich neerzet. Vervolgens proberen ze elkaars fles met een voetbal omver te schoppen. Is je fles omgevallen, dan moet je eerst de bal gaan halen en mag je daarna je fles rechtop zetten. Ondertussen stroomt het water er natuurlijk uit, dus de winnaar is degene die aan het eind van het spel nog het meeste water in zijn of haar fles heeft weten te bewaren.

Naast flessen water kun je ook lepels en eieren gebruiken voor een gezellige middag. Leg op elke lepel een ei en laat de kinderen met die lepel in hun mond één voor één een parcours lopen. Wie bereikt er als eerste de finish, met het ei nog heel op zijn of haar lepel? En wie mag de troep van de gevallen eieren opruimen? Bij slecht weer kun je dit spel ook binnen spelen; in dat geval liefst met gekookte eieren.

Als laatste in deze reeks met koningsspellen: touwtrekken. Een gouwe ouwe, waar vaak nog dagenlang over nagepraat wordt. Het enige dat je nodig hebt is een touw. Verdeel de kinderen in teams en laat ze samenwerken om het touw zo snel mogelijk naar hun kant te trekken. Dat zorgt niet alleen voor heel veel plezier, maar is dus ook nog eens heel leerzaam.