Hoe oefen je een pull up?
De optrekoefening voer je over het algemeen in een sportschool of in een sporthal uit. Je hebt dan stabiel materiaal tot je beschikking, zoals een robuuste optrekstang of ringen. Doe je deze oefening in een andere omgeving, zoals thuis of aan het klimrek van een speeltuin? Controleer dan of de stang stevig bevestigd is en je gewicht zeker kan dragen. De stang moet zo hoog hangen dat je in ieder geval ruimte hebt om er aan te hangen. Tijdens het hangen kun je je benen eventueel iets buigen als dat nodig is. Let er ook op dat de stang niet te glad is, waardoor je handen geen grip hebben. Gebruik desnoods wat magnesium voor wat meer stroefheid tussen je handen en de stang.
1. Ga aan de stang hangen
Om te beginnen, pak je met beide handen de optrekstang vast. De palmen van je handen zijn van je afgekeerd. Daarbij plaats je je handen niet direct naast je hoofd. Zoek naar een houding die comfortabel aanvoelt. Dat is dus ook niet al te ver van je hoofd, maar eerder op schouderbreedte. Gebruik vervolgens je armkracht en ga aan de stang hangen. Je voeten raken de grond niet meer. Als de stang niet hoog genoeg hangt, kun je je knieën iets buigen.
2. Trek je lichaam op
Door de kracht van je armen te gebruiken, trek je je lichaam omhoog. Je gebruikt hierbij niet alleen je armspieren, maar spant ook je rug- en schouderspieren aan. Let erop dat je met beide armen evenveel kracht zet. Het is gebruikelijk dat je een dominante arm hebt die sterker is dan je andere arm. Voor de juiste balans moet je echter de spieren in beide armen gebruiken. Een ander punt van aandacht is dat je niet vanuit je nekspieren je lichaam optrekt. Om dit te voorkomen, beweeg je je schouderbladen naar elkaar toe, zodat je je nek ontlast.
Heb je deze oefening nog niet vaak gedaan, geef je lichaam dan de tijd om aan het gewicht te wennen. In het begin ervaar je waarschijnlijk spierpijn omdat je spieren aanspreekt die je niet altijd gebruikt.
3. Hang stil na het optrekken
Op het moment dat je schouders de hoogte van de stang bereiken, heb je het deel van de oefening voor wat betreft het optrekken voltooid. Behalve dat je schouders op de hoogte van de stang zitten, komt ook je kin boven de stang uit. Deze houding houd je even vast.
4. Rond de oefening af
Nadat je de opgetrokken houding hebt vastgehouden, laat je je langzaam weer aan je armen zakken. Dit doe je rustig totdat je armen helemaal gestrekt zijn. Pas dan zet je je voeten op de grond en is de oefening afgerond.
Heb je nog niet veel ervaring en moeten je spieren nog wennen aan de oefening? Dan houd je de opgetrokken positie van je lichaam kort vast. Naarmate je meer ervaring hebt en ook meer spierkracht opbouwt, kun je deze positie steeds langer volhouden. Het begint waarschijnlijk met enkele seconden. Uiteindelijk is een halve minuut optrekken het doel waar je naartoe werkt.