Een shorttrackwedstrijd is opgedeeld in heats en finales. Een heat is een andere term voor een voorronde. Er zijn meerdere voorrondes, waarbij er steeds enkele schaatsers op de baan staan. In iedere voorronde gaan de snelste schaatsers door naar de volgende ronde. Dat kunnen alleen de winnaars zijn, maar ook de top twee. De volgende ronde begint pas wanneer alle schaatsers aan bod zijn geweest. Er vinden altijd meerdere voorrondes plaats. Niet alle schaatsers nemen het dus tegelijkertijd tegen elkaar op.
Soms gaan alle schaatsers door naar een finale, maar dan naar een finale voor hun klassement. Zo is er de A-finale voor de beste schaatsers, de B-finale voor de nummers drie en vier en de C-finale voor de traagste schaatsers. Zo ontstaat er na het schaatsen van deze finales een ranglijst van alle schaatsers die meedoen aan een toernooi.
Regels op de schaatsbaan
Tijdens een wedstrijd gelden er een aantal shorttrack regels voor de schaatsers. Dit zijn andere regels dan bij langebaanschaatsen. Zo is het bij deze sport toegestaan om tegenstanders in te halen via de binnen- én buitenkant. Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de inhalende schaatser om geen botsingen te veroorzaken en veilige keuzes te maken.
Zodra een schaatser een volledige ronde achterligt op de rest, moet diegene op de buitenbaan blijven schaatsen. Komt hij vervolgens een tweede ronde achter te liggen en is er geen kans om een andere schaatser in te halen? Dan moet hij de baan verlaten.
Overtredingen
Een jury houdt de schaatsers altijd in de gaten tijdens een wedstrijd. Dat doen ze om gevaarlijke situaties te voorkomen. Er zijn een aantal overtredingen die je tijdens deze sport kunt begaan.
De eerste is impeding. Dat is de term voor het opzettelijk blokkeren van een andere schaatser op de baan. Je mag anderen wel inhalen, maar niet blokkeren met je lichaam. Zodra een andere schaatser zijn snelheid moet minderen omdat jij in de weg schaatst, bega je een overtreding.
Een andere overtreding is crosstrack. Dit is een variant op impeding. Het houdt in dat je jouw gebruikelijke lijn niet volgt, maar deze afsnijdt. Doe je dat en kom je zo in het vaarwater van een andere schaatser terecht, waardoor diegene zijn snelheid moet minderen? Dat is een overtreding.
Het is ook niet toegestaan om de afgebakende baan te verlaten om zo de route af te snijden. Dit zou betekenen dat je een minder lange afstand aflegt en dus valsspeelt. Deze overtreding wordt ook wel off-track genoemd.
Bij het passeren van de finish is het gebruikelijk om je schaats wat uit te steken. Dat verzekert je ervan dat je net een paar milliseconden eerder over de lijn bent. Dit mag alleen niet op een gevaarlijke manier gebeuren. Til je je schaats op een gevaarlijke manier op? Dan wordt dat kicking out genoemd.
De laatste overtreding spreekt misschien voor zich. Je mag geen assistentie ontvangen tijdens een wedstrijd.