Schaatsbeweging oefenen zonder ijs
Hoe oefen je nu het vinden van de juiste balans? Om het jezelf wat gemakkelijker te maken, kun je een schaatsbeweging eerst oefenen als je niet op het ijs staat. Dit wordt ook wel droogtraining genoemd. Deze oefeningen hebben verschillende doelen, waaronder het beheersen van techniek en het opbouwen van uithoudingsvermogen. Maar de belangrijkste oefening om mee te beginnen is de balansoefening.
Hoe voer je een balansoefening zonder ijs uit?
Het doel van een droogtraining is dat de schaatshouding zo vertrouwd wordt dat je er onder het schaatsen niet meer over na hoeft te denken. Doordat je geen schaatsen draagt en niet op glad ijs staat, kun je je tijdens deze oefening voor balans schaatsen volledig concentreren. Omdat de meeste oefeningen ook tegelijk technisch zijn, oefen je dat tegelijk gedeeltelijk. Voor een droogtraining heb je in principe niet veel ruimte nodig, je kunt deze oefening gewoon binnenshuis doen.
1. Balanshouding –zitten met gewicht op twee benen
Ga in de schaatshouding zitten en zorg dat je gewicht over beide benen verdeeld is. In deze houding pas je de enkelhoek aan, door deze te verkleinen en vervolgens weer te vergroten. Je balans oefen je doordat je enkel niet omhoog mag komen onder het veranderen van de enkelhoek. Varieer deze oefening door zowel achterop als voorop te gaan zitten. Bij het achteropzitten maak je het mogelijk om te glijden, terwijl het vooropzitten tijdens het schaatsen juist afremt.
Je maakt de oefening zwaarder door niet alleen de enkelhoek te veranderen, maar ook een kleine kniehoek toe te passen. Dit zal je meer inspanning kosten. Datzelfde geldt als je de hoek tussen de bovenbenen en je romp vergroot en verkleint. Let op een correcte kanteling van je bekken bij deze oefening. Is je rug te bol, dan belemmert je dat bij het maken van een goede zijwaarste afzet.
Tot slot verander je de zwaarte van de oefening door je hoofd iets voorover te buigen. Je kijkt daarbij naar voren, zonder je hoofd te veel op te lichten. Dit voorkomt dat je een holle rug krijgt.
Tijdens deze droogtraining houd je je armen laag op je rug. Je houdt je handen daarbij op dezelfde manier vast als tijdens het schaatsen. Door je handen vast te houden en je armen te buigen en iets omhoog te trekken, maak je de oefening wat zwaarder.
2. Balanshouding –zitten met gewicht op één been
Bij deze oefening neem je dezelfde houding aan als bij de eerste oefening. Je gaat dus in de zittende schaatshouding staan. Het verschil is dat je je gewicht op één been houdt. Hierdoor kan het andere been zoveel mogelijk ontspannen. Tijdens de oefening wissel je van been, zodat je voor beide benen de balans oefent. Aan deze oefening kun je ook de overige, bovengenoemde variaties toevoegen, zoals het verkleinen van de enkelhoek en het toepassen van de kniehoek.
3. Overige balansoefeningen
De eerste twee oefeningen doe je op een vaste plaats, terwijl je min of meer stilstaat. Je buikspieren helpen je tijdens deze oefening om je balans te vinden als je je evenwicht verliest. Voor meer explosieve oefeningen voor meer balans bij het schaatsen, kun je denken aan het maken van wisselsprongen of met een been opspringen. Daarmee train je voornamelijk de spierkracht van je bovenbenen en je billen.
Bij de wisselsprong plaats je beide voeten uit elkaar op heupbreedte. Je springt omhoog en onder het springen doe je een been naar achter en tegelijk het andere been naar voren. Tijdens het landen, buig je de knieën. Bij de tweede sprong wissel je de positie van de benen om, ten opzichte van de eerste sprong. Deze oefening herhaal je een aantal keren, terwijl je blijft afwisselen met voor en achter.