Wanneer scheer je een paard?

Paarden krijgen van nature een wintervacht. De dikte van deze vacht is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de daadwerkelijke temperatuur in de winter. In een zeer strenge winter zal de vacht dus dikker zijn dan in een milde winter. Maar is het ook altijd nodig om het paard te scheren? Of je een paard gaat scheren of niet is afhankelijk van een paar overwegingen.

Voordelen van scheren
Die dikke wintervacht van het paard kan in de weg gaan zitten tijdens trainingen. Net zoals wij gaan zweten tijdens het sporten, krijgt een paard het ook warm wanneer je hem traint. Met een dikke wintervacht raakt je paard die extra warmte moeilijker kwijt. Bij trainingen in de buitenlucht loop je ook het risico dat er regen of sneeuw in de vacht komt. Een wintervacht droogt minder snel op. Daardoor is het risico op kou en schimmels groter. Scheren zorgt dus ook voor een gezonder en comfortabeler paard.

Dan zijn er nog de voordelen voor jou als eigenaar. Het borstelen van je paard is een stuk makkelijker als de vacht niet te lang is. Zo hoef je net wat minder tijd te besteden aan de verzorging voordat je gaat rijden. De kans op hygiëneproblemen is ook kleiner. Er is namelijk minder haar waar stof en ander vuil tussen kan gaan zitten.

Een laatste reden om voor scheren te kiezen is de uitstraling van het paard. Vooral wedstrijdrijders vinden de strakke, gestroomlijnde uitstraling van een geschoren vacht mooi. Je hebt meer te zeggen over de lijn van de vacht en het lichaam van je paard komt mooi tot zijn recht.

Nadelen van scheren
Wanneer je besluit om je paard een scheerbeurt te geven, haal je eigenlijk zijn natuurlijke winterjas weg. Daarom moet je wel een alternatief hebben voor op koude dagen. Dat is bijvoorbeeld een warm dekentje of een warme staplaats. Een ander nadeel van scheren is dat het een tijdrovende klus is. Vooral wanneer je weinig ervaring hebt, is het lastig om de vacht echt strak te scheren.

Daar komt bovenop dat het scheren van je paard niet zonder risico's is. Uiteindelijk heeft het scheerapparaat scherpe mesjes die voor kleine wondjes kunnen zorgen. Het is dus belangrijk om heel rustig en zorgvuldig te werk te gaan. Twijfel je of je dat zelf kunt? Dan is het beter om je paard door een expert te laten scheren.

Voor het eerst de wintervacht van je paard wegscheren is wat intimiderend. Daarom geven wij je de belangrijkste paard scheren tips. Door rekening te houden met deze tips is de kans groot dat je een mooi, egaal resultaat krijgt.

Maak je paard goed schoon
Een paard scheren in de winter betekent dat je waarschijnlijk met modder en ander vuil te maken hebt. Maak je paard daarom eerst goed schoon. Zo weet je zeker dat er niets tussen de haren zit. Dit maakt de kans op infecties niet alleen kleiner, maar maakt het ook makkelijker om egaal te scheren.

Teken eventueel een patroon uit
Je kunt je paard een complete scheerbeurt geven, maar veel eigenaren kiezen liever voor een patroon. Teken dit patroon uit voordat je begint. Dat doe je gewoon met een krijtje. Zo hoef je tijdens het scheren niet na te denken over welke vorm je moet volgen.

Scheer nog eens haaks over de vacht
Heb je mooie overlappende banen aangehouden, maar zie je toch nog strepen? De beste manier om dat op te lossen is door nog eens haaks over de vacht heen te gaan. Deze techniek zorgt ervoor dat eventuele oneffenheden helemaal verdwijnen en je een egaal resultaat hebt.

Laat het scheerapparaat het werk doen
Veel beginners hebben de neiging om hard te duwen tijdens het scheren. Dat is nergens voor nodig en kan zelfs gevaarlijk zijn. Een scherp scheermes zou eigenlijk vanzelf door de wintervacht moeten glijden. Zet dus niet te veel druk, maar laat het scheerapparaat het werk doen.

Bekijk je paard in verschillende lichten
In de stal is het licht natuurlijk anders dan in de buitenlucht. Het is belangrijk om altijd te scheren met goed licht. Je weet dan precies wat je doet. Loop na het scheren ook nog even met je paard naar buiten, zodat je het resultaat ook in een ander licht ziet. Soms vallen oneffenheden niet op in kunstlicht, terwijl je ze in het daglicht wel goed ziet. Zo kun je de kleine foutjes meteen oplossen.