Verschillende disciplines
Er zijn twee grote disciplines te ontdekken bij deze sport. Deze worden aangeduid met de Engelse woorden Skeet en Trap. Voor beide disciplines geldt ook weer dat er een Olympische variant en sportvariant is. Hierbij is de Olympische variant ingewikkelder, terwijl de sportvariant net wat lossere regels heeft.
Bij Skeet staan er twee huizen op het veld, een hoog huis en een laag huis. Deze staan altijd op 36,8 meter afstand van elkaar. Uit beide huizen worden kleiduiven afgeschoten. Dit gebeurt altijd in een vast patroon. De schutter moet in zijn ronde acht verschillende posities aannemen, ook deze zijn altijd gelijk. Vanaf iedere positie moet hij de kleiduiven schieten. Dit gaat volgens bepaalde regels. Zo mag hij niet dubbel schieten op duiven. Bij de sportvariant is dat wel toegestaan en mag de hagel waarmee geschoten wordt zwaarder zijn. De kleiduiven gaan bovendien langzamer en leggen een langere route af, waardoor deze variant net wat makkelijker is.
Trap is de variant die het meeste lijkt op de oude versie van deze sport. Een schutter staat voor een veld waar in totaal vijftien werpmachines staan opgesteld. Deze machines werpen op willekeurige momenten een kleiduif uit. De schutter weet dus niet van welke kant de duif komt en wanneer dit gebeurt. Dit lijkt dus veel meer op het gevoel van echte duiven die op een onverwacht moment voorbij kunnen vliegen. Bij de sportvariant staan er slechts acht werpmachines op het veld. De schutter staat ook dichterbij, namelijk op 11 meter afstand in plaats van 15 meter. Ook hier geldt dat de hagel zwaarder mag zijn dan bij de Olympische variant.
Dan zijn er nog een paar varianten die je minder vaak terugziet. Zo is er Double Trap. Hierbij wordt er altijd een hoge en een lage kleiduif geschoten. Ook Automatic Trap is een variant. Dit is een vrij nieuwe versie, waarbij één werpmachine alle kleiduiven uitwerpt. De machine beweegt over het veld, wat voor onvoorspelbare bewegingen zorgt. Fanatieke kleiduifschieters doen aan een kleiduifparcours. Dit parcours is iedere keer anders, met werpmachines op verrassende plekken. De machines kunnen de kleiduiven ook op een verrassende manier uitwerpen, zodat de schutter echt niet weet wat hem te wachten staat.
Als laatste is er de compacte variant. Hier is vooral de grootte van het veld anders. Dit mag maar 40 meter breed en 25 meter diep zijn. Op dit veld moeten zes werpmachines staan. Zij mogen de kleiduiven willekeurig uitwerpen, maar er moet wel altijd aan een paar voorwaarden worden voldaan. Zo moet er altijd minstens één duif van links naar recht en één duif van rechts naar links gaan. Ook minimaal één afgaande duif is vereist bij deze discipline.