Wat zijn de spelregels van rolstoelbasketbal?
Bij het basketballen met een rolstoel gooi je als speler alles in de strijd om de bal door het basket van de tegenstander te werpen. Je krijgt hiervoor 24 seconden de tijd. Lukt het niet om een punt te scoren? Dan ontvangt de tegenstander de bal. Welke spelregels in het rolstoelbasketbal gelden er nog meer?
Dribbelen van de bal
Dribbelen is volgens de spelregels van het rolstoelbasketbal toegestaan. Het dribbelen gaat echter wel anders dan bij het reguliere basketbal. Zo mag je als speler twee keer aanzetten, oftewel pushen, voordat je de bal stuitert. Speel je na het pushen de bal niet over of maak je geen stuit? Dan maak je een overtreding en krijgt de tegenpartij de bal.
De puntenverdeling bij de spelregels van het rolstoelbasketbal
Zodra de bal bij de tegenstander door de basket gaat, ontvangt de scorende partij een of meerdere punten. Hoeveel punten je ontvangt, hangt af van de positie waarvandaan de bal is gespeeld. Zo gelden de volgende spelregels in het rolstoelbasketbal met betrekking tot de punten:
- 1 punt vanuit een vrije worp
- 2 punten wanneer je scoort vanuit het tweepunter gebied bij het gebiedsdoel
- 3 punten wanneer je scoort vanuit het driepunter gebied bij het gebiedsdoel
De tijdslimieten en pauzes bij basketbal met een rolstoel
Volgens de spelregels van het rolstoelbasketbal bestaat een wedstrijd uit vier termijnen van ieder tien minuten. Tussen deze periodes is een pauze. Zo krijgen de spelers na de eerste en derde termijn één minuut pauze. Na de tweede periode is de pauze maar liefst vijftien minuten. Is de stand na vier periodes gelijk? Dan spelen de teams een verlenging van vijf minuten. Vervolgens wordt de wedstrijd telkens met vijf minuten verlengd, net zo lang totdat er een winnaar is.
Het speelveld
Het speelveld bij basketbal met een rolstoel is gelijk aan de reguliere variant. Zo is het totale speelveld 28 bij 15 meter, met aan ieder uiteinde een basket om te scoren. De basket hangt daarbij even hoog als bij het standaard basketbal. Dit betekent dat je bij basketbal met een rolstoel hoger moet gooien om te scoren. Het middelpunt van de basket bevindt zich op 1,575 meter van de achterlijn. Daarnaast beschikt het veld over twee achter- en zijlijnen, een middenlijn, een vrijeworplijn en een driepuntlijn. Het basketbalspel begint vanaf de middencirkel. Verder noemt men het gebied rondom de basket de bucket.
Teams binnen basketbal met een rolstoel
Ieder team beschikt volgende de spelregels van het rolstoelbasketbal over minstens vijf spelers en op zijn hoogst twaalf spelers. Tijdens de wedstrijd zijn vijf spelers per team aanwezig in het veld; de andere spelers zijn wisselspelers. Om het niveau van de teams gelijk te houden, krijgt ieder teamlid een bepaalde klasse toebedeeld. De klassen variëren van 1 tot en met 4,5. Bij de indeling kijkt men naar de mogelijkheden van de speler. Hierbij spelen de stabiliteit en rompbeweging een belangrijke rol. Per team mag het totaal van de spelers in het veld niet hoger dan 14,5 punt zijn. Voor internationale wedstrijden geldt zelfs een puntentotaal van 14 punten per team.
Lifting tijdens het spel
Je mag als speler niet gedurende het spel gaan staan om hieruit voordeel te halen. Doe je dit toch? Dan ontvang je hiervoor een technische fout. Ook als je als speler vastzit aan de rolstoel, mag liften niet. Er moet altijd minstens één wiel aan de grond blijven. Deze schuine houding op één kant noemen we ook wel kantelen of tilting.
Gebruik van de benen
Als speler gebruik je volgens de spelregels van het rolstoelbasketbal alleen je bovenlichaam en armen, niet je benen of stomp. Je mag bijvoorbeeld niet je voeten toepassen om te remmen of de rolstoel van plek te veranderen. Ook de bal tussen de benen klemmen mag niet. Waar er trouwens bij het reguliere basketbal voortdurend gefloten wordt voor een fout of overtreding, is de variant met een rolstoel eerder een contactsport. Je mag als rolstoelspeler de ander uit balans brengen om de bal te veroveren. Alleen de voorkant van de rolstoel opzettelijk raken is niet toegestaan.
Uit de rolstoel vallen
Valt een speler gedurende het spel uit de rolstoel? Dan legt de scheidsrechter meteen de wedstrijd neer als het om een gevaarlijke situatie gaat. Is de speler echter in geen gevaar, dan laat de scheidsrechter de wedstrijd doorgaan totdat de actie is geëindigd. Val je als speler in de bucket uit de rolstoel? Dan wordt de wedstrijd onmiddellijk gestopt. Als de speler echter uit de rolstoel glijdt om de tegenpartij te beletten om de bal te pakken, dan ziet de scheidsrechter dit als overtreding. Vervolgens ontvangt de tegenpartij de bal.