De goede zitpositie op de fiets is essentieel voor comfortabel rijden en het voorkomen van blessures. Waar moet je op letten?
De juiste fietspositie is belangrijk voor elke fietser, wat zijn of haar niveau ook is. We zetten enkele tips op een rijtje om je daarbij te helpen. Het is vooral zaak om te blijven zoeken totdat je de perfecte positie hebt gevonden en dat het ook goed voelt. Anders loop je het risico op blessures en pijnlijke fietsritten.
Om te beginnen heb je natuurlijk een goede maat racefiets nodig voordat je deze goed kan afstellen. Bij Decathlon gebruiken we de frame maten vanaf XS tot en met XL. Deze maten zijn gelinkt aan verschillende lengtes. Voor een eerste check of je de juiste maat hebt kan je boven je fiets komen staan met een been aan elke kant. Als je dan wat ruimte hebt tussen de stang van het frame en er dus niet op leunt, is die maat perfect.
Meet de lengte van je binnenbeen (LB) en pas de volgende formule toe: HZ = LB x 0,883. Dit getal gebruik je om de zadelhoogte te bepalen. Het is de afstand tussen het hart van de trapas en de bovenkant van het zadel. Wanneer je op het zadel plaatsneemt moeten de tippen van je tenen de grond raken. Als je de hiel van je voet op het pedaal in laagste positie (6 uur) zet, moet er een hele lichte buiging in je knie zitten.
Als je hinder ondervindt aan de voorkant van je knie, zet dan je zadel hoger. Doet je achterste pijn? Zet dan het zadel lager.
Om de juiste positie van het zadel te bepalen, hou je de pedalen van de fiets horizontaal. De voorkant van de knieschijf moet loodrecht staan op de as van de pedalen. Mocht dit nog niet zo zijn, kan je het zadel naar voor of achter verplaatsen. Wanneer je het zadel naar voren verplaatst, denk er dan aan om het te verhogen. Omgekeerd moet je het verlagen als je het zadel naar achter zet.
Heb je pijn aan je knieën? Verplaats je zadel dan naar achter. Als je een verstijfd gevoel krijg in de zone waar je achterste het zadel raakt, verstel dan het zadel.
De breedte van het stuur van je racefiets bepaal aan de hand van de breedte van je schouders. Wanneer je je handen in de beugels plaatst, horen je armen evenwijdig met elkaar te zijn. Bij een te smal stuur zal je borstkas samengedrukt worden en voelt dat niet prettig.
Hiermee bepaal je de positie van je onderste ledematen en dit is het moeilijkste om te vinden. Omdat je er specifiek gereedschap voor nodig hebt, doe je er goed aan om een specialist te raadplegen. Hou altijd een set inbussleutels bij de hand wanneer je de ideale fietspositie zoekt. Daarmee kan je alles perfect af- en bijstellen!
Plaats je handen in de beugels van je stuur, verplaatst je naar het achterste van het zadel en hou je ellebogen gebogen. In die positie moet de positie van je voorarmen bijna horizontaal zijn.
Wanneer je de crank-armen evenwijdig houdt met de onderbuis van je racefiets en je handen in de beugels van het stuur plaatst, moet je elleboog je knie lichtjes raken en moet het stuur de as van het voorwiel verbergen.
Wanneer je armen te veel gebogen zijn, is de stuurvork te kort/staat het stuur te hoog. Je moet dan het verschil tussen de hoogte van het zadel en die van het stuur aanpassen tot ongeveer 5 cm.
Om de lengte van je crank-armen te bepalen, neem je de lengte van je binnenbeen (die je ook hebt gebruikt om de zadelhoogte te meten) en pas je de cijfers als volgt toe:
<74 cm --> 165 mm
74-81 cm --> 170 mm
81-86 cm --> 172,5 mm
87-93 cm --> 175 mm
Het is raadzaam om de lengte van de crank-armen alleen in het tussenseizoen aan te passen. Om de lengte van de crank-armen te veranderen, volg je best twee stappen: 2,5 mm tijdens het eerste jaar en 2,5 mm in het daaropvolgende jaar.
Een ontsteking aan de voorzijde van je knie kan erop wijzen dat de lengte van de crank-armen niet goed is.