Het inremmen bestaat uit herhaadelijk en geleidelijk remmen, en dat bij steeds hogere snelheden.
Wissel af tussen voorrem en achterrem, en doorloop de volgende fasen:
Fase 1: Fiets aan 15 km/u en rem geleidelijk tot je 5 km/u rijdt, doe dat 10 keer na elkaar.
Fase 2: Fiets aan 20 km/u en rem geleidelijk tot je 5 km/u rijdt, doe dat 10 keer na elkaar.
Fase 3: Fiets aan 25 km/u en rem geleidelijk tot je 5 km/u rijdt, doe dat 10 keer na elkaar.
Laat tussen elke fase de remmen los en fiets enkele tientallen meters zodat de remschijf en -klauw goed kunnen ventileren.