Wat is het verschil tussen sneeuwrackets en sneeuwlaarzen?

Je hebt de keuze uit verschillende soorten schoenen wanneer je de sneeuw in gaat. Maar wat is nu de beste keuze voor iedere situatie? Sneeuwlaarzen lijken het meeste op normale laarzen, maar dan speciaal voor winterse omstandigheden. Ze zijn vooral ontworpen om je voeten warm te houden. Ze zijn dik, soms gewatteerd of voorzien van een binnenlaag van (nep)bont. Deze schoenen hebben meestal ook een zool met goede grip. Ze zijn van waterdicht materiaal gemaakt, zodat de sneeuw je sokken niet nat maakt. Dit zorgt er allemaal voor dat je met warme voeten door de sneeuw wandelt.

Wat is dan het verschil met sneeuwrackets? Sneeuwrackets bevestig je aan een schoen of laars om grip te houden in de sneeuw en er niet in weg te zakken. Ze zijn ontworpen om veilig over een dikke laag sneeuw te wandelen. Meestal zak je in de sneeuw wanneer je normale schoenen draagt. Dat is niet alleen heel koud, maar kost ook veel energie. Sneeuwrackets zijn ontworpen om je gewicht beter te verdelen over de sneeuw. Hierdoor wandel je echt op de sneeuw, zonder weg te zakken. Vaak hebben ze bepaalde extra's, zoals spikes onder de zolen. Hiermee heb je extra veel grip, ook wanneer je over ijs wandelt. Dat maakt het makkelijker om besneeuwde gebieden te trotseren.

De twee hoeven elkaar niet uit te sluiten. Sterker nog, je gebruikt ze vaak samen. Sneeuwrackets zijn namelijk een toevoeging op je schoenen. Je klemt ze om je schoenen heen. Dat kunnen gewoon sneakers zijn, maar in koude gebieden is het slim om zowel sneeuwlaarzen als sneeuwrackets te dragen. Zo weet je zeker dat je voeten het warm genoeg hebben, terwijl je ook makkelijk over de sneeuw wandelt.

Hoe groot moeten sneeuwrackets zijn?

Sneeuwrackets zijn niet als gewone schoenen. Je koopt ze namelijk niet in een bepaalde schoenmaat. Deze rackets bevestig je om je schoenen met gespen, elastische bandjes of een kliksysteem. Daarom passen ze om vrijwel alle schoenen, wat je maat ook is. Toch komen sneeuwrackets in verschillende maten. Waarom is dat? Omdat grotere sneeuwschoenen een grotere draagkracht hebben. Des te groter het oppervlak, des te makkelijker het is om op de sneeuw te blijven staan. De maat van sneeuwrackets wordt meestal aangegeven in de maten S, M of L. Vaak staat bij deze maten aangegeven wat het draaggewicht van de sneeuwschoenen is. Dit is niet alleen jouw lichaamsgewicht. Je wilt ook het gewicht van je uitrusting hierbij optellen. Koop vervolgens de sneeuwrackets die dit gewicht kunnen ondersteunen.

Wil je sneeuwrackets kopen en zeker weten dat je de juiste maat kiest? Denk dan ook aan de plek waar je ze gaat gebruiken. Grote sneeuwrackets zijn ideaal voor grote, vlakke gebieden. Hier kun je gewoon grote stappen zetten en zitten de sneeuwschoenen niet in de weg. In bergachtige gebieden is het juist fijn om een kleiner paar te dragen. De ruwe ondergrond vraagt om kleine stappen en nauwkeurige bewegingen. Deze maak je lastiger wanneer je erg grote sneeuwschoenen draagt. Ook het type sneeuw dat je bewandelt speelt een rol bij je keuze. Losse poedersneeuw vraagt om grotere sneeuwrackets. Is de sneeuw juist vaster en niet vers? Dan zijn kleinere sneeuwschoenen geen enkel probleem. Het uitzoeken van sneeuwrackets draait dus om het vinden van een balans. Je wilt dat de schoenen je gewicht kunnen ondersteunen, maar ook bij de omgeving passen.

Hoe wandel je met sneeuwrackets?

Sneeuwrackets horen je wandelingen in de sneeuw makkelijker te maken, maar dan moet je ze wel op de juiste manier gebruiken. Voor beginners is het soms even wennen om met deze schoenen te wandelen. Ze zitten misschien in de weg of je merkt dat de schoenen toch in de sneeuw schuiven. Dat voorkom je door bij iedere stap de teen omhoog te laten wijzen. Op deze manier steek je de rackets niet in de sneeuw en hoef je niet zo hard te werken om vooruit te komen. Zorg er ook voor dat je de rackets stevig op de sneeuw zet. Zo duw je de sneeuw een beetje aan, waardoor je over een stevigere ondergrond loopt. Zet bovendien wat bredere stappen. Dit zorgt voor extra stabiliteit.

Wandel je bergopwaarts? Dan gebruik je juist een iets andere techniek. Het is dan belangrijk om een soort traptreden te maken voor je voeten. Dat doe je door de tenen van de sneeuwschoenen juist in de sneeuw te duwen. Duw de sneeuw weer goed aan bij iedere stap. Bij deze techniek wandel je dus niet met je voeten schuin omhoog. Je steekt je voeten juist horizontaal in de sneeuw. Hierdoor lijkt het alsof je aan het traplopen bent in de sneeuw. Deze techniek pas je alleen toe wanneer je over lichte poedersneeuw wandelt. Wandel je door een gebied waar harde, deels bevroren sneeuw ligt? Dan gebruik je de spikes onder je sneeuwschoenen om omhoog te wandelen. Je zet je voeten in dat geval wel plat op de sneeuw.

Wanneer je naar beneden wandelt, gebruik je juist je hiel. Zorg ervoor dat je je hielen stevig in de sneeuw zet en laat vervolgens je gewicht op je voet zakken. Probeer zo rustig mogelijk te wandelen. In steile gebieden is het altijd slim om met wandelstokken te wandelen. Zo gebruik je ook je armen om jezelf overeind te houden terwijl je door de sneeuw wandelt.